De bouw van cello I
Ik begon eraan, denkende dat ik goed had nagedacht of ik deze hobby zou oppakken. Een weloverwogen ja, qua belangstelling, tijd en geld. Ik was vergeten me af te vragen of ik wel handig genoeg zou zijn. Mijn motoriek had me zelden in de steek gelaten, maar … ik had eigenlijk nog nooit een zaag, beitel of schaaf in handen gehad. Oeps. Gelukkig bleek dat goed te gaan. Sterker, de eerste keer dat ik met een Japanse zaag aan de slag ging, ik voelde me in de zevende hemel. Wat een plezier!
Ik ben er héél lang mee bezig geweest. Dat krijg je als je er alleen enkele weekenden voor hebt. En toch, op een goede dag was ie af. Nu speel ik er bijna dagelijks op. Bij geen instrument heb ik me eerder zo thuis gevoeld. Het bouwen gaf me zoveel plezier en voldoening, dat ik daarna een tweede cello ben gaan bouwen. En straks nog één, en nog één. Zonder haast, alleen gericht op kwaliteit en schoonheid. Ook gericht op het samenzijn met mijn medebouwers en de fijne gesprekken die we hebben. Omdat dit alles mooi is vanuit zichzelf. (Tipa, mei 2020)